Wetenschapsagenda Amsterdam UMC 25 t/m 28 mei 2021
Dinsdag 25 mei
Promotie (VU), 11.45 uur aula
Lemonitsa Mammatas: PET-beeldvorming voor gepersonaliseerde behandeling bij kanker
Kanker is de belangrijkste doodsoorzaak na hart- en vaatziekten in Europa en heeft zeer grote impact op patiënten, hun dierbaren en de maatschappij: ieder jaar krijgen meer dan 3 miljoen patiënten deze diagnose en sterven 1,7 miljoen mensen als gevolg hiervan. Er zijn de laatste jaren vele nieuwe antikankerbehandelingen ontwikkeld, zoals nieuwe zogenaamde doelgerichte therapieën (targeted therapieën). Dit zijn medicijnen die de groei en deling van kankercellen blokkeren doordat ze de werking tegengaan van specifieke moleculen (targets) die de kankercellen nodig hebben voor hun groei en overleving. Hormoontherapie is de oudste vorm van targeted therapie. Deze behandeling voorkomt dat een hormoon groei-impulsen kan geven aan een hormoonreceptor gedreven tumor, zoals bijvoorbeeld een oestrogeenreceptor-positieve borstkanker (mammacarcinoom). De ontdekking van nieuwe tumortargets heeft geleid tot de ontwikkeling van diverse andere therapieën.
Promotieonderzoek van Mammatas laat zien dat PET-beeldvorming van targets en targeted antikankertherapieën leidt tot een beter inzicht in de targetexpressie van de verschillende tumorlaesies van een patiënt. Dit maakt het mogelijk om behandelingen en behandeleffecten in het lichaam te visualiseren en kwantificeren. Zo kan PET-beeldvorming tot vooruitgang leiden in behandelstrategieën toegespitst op een individuele patiënt met kanker.
Link naar proefschrift
Woensdag 26 mei 2021
Promotie (UvA), 10.00 u, Agnietenkapel
Antoinette van Ouwerkerk: Rol van DNA bij atriumfibrilleren
Genetisch onderzoek bij patiënten met de hartritmestoornis atriumfibrilleren heeft aangetoond dat meer dan 100 regio’s in hun DNA anders zijn dan bij gezonde mensen. Het is aannemelijk dat deze regio’s te maken hebben met atriumfibrilleren.
Van Ouwerkerk heeft de verschillende regio’s bestudeerd om te bepalen of ze een regulerende functie hebben, en zo ja, welk nabijgelegen gen ze reguleren. Haar onderzoek leidde tot een methode om te voorspellen welke genen gereguleerd kunnen worden door de met atriumfibrilleren geassocieerde stukken DNA. Haar onderzoek opent de weg naar meer gerichte therapieën voor deze aandoening.
Genomics and epigenetics of atrial fibrillation
Link naar proefschrift
Woensdag 26 mei 2021
Promotie (UvA), 11.00 u, Aula
Derek van Deurzen: Betere behandeling pijnlijke schouder
Degeneratie van de schouderpezen leidt tot krachtverlies en pijn aan de schouder bij dagelijkse bezigheden. Een zogenoemde arthroscopic rotator cuff repair kan helpen deze klachten te verminderen. Tijdens deze ingreep wordt regelmatig een afwijkende lange bicepspees gezien, waarbij niet goed bekend is wat de beste behandeling is. Van Deurzen heeft twee ingrepen vergeleken die artsen als aanvulling bij de arthroscopische ingreep kunnen doen: het doorsnijden van de lange kop van de bicepspees en het vastzetten van deze pees op het bot. De studiegroep (patiënten ouder dan vijftig met een geringe of matige degeneratie van de schouderpezen), scoorde bij beide behandelingen na een jaar even goed op functionaliteit. Omdat het doorsnijden en laten verlittekenen een eenvoudiger en sneller is, heeft deze behandeling de voorkeur.
Link naar proefschrift
Woensdag 26 mei
Promotie (VU), 11.45 uur aula
Kathelijn Versteeg: Optimaliseren van behandeling bij oudere patiënten met kanker
Door de vergrijzing neemt het aantal oudere patiënten met kanker toe. In Nederland is meer dan de helft van de nieuw gediagnosticeerde patiënten met kanker zeventig jaar of ouder. Ondanks dit hoge aantal is de kennis over deze groep patiënten beperkt omdat oudere patiënten in klinische onderzoeken ondervertegenwoordigd zijn.
Bij oudere patiënten met kanker kunnen naast de aanwezige tumor ook leeftijdsgebonden veranderingen van belang zijn. Veel fysiologische veranderingen die optreden met het ouder worden, kunnen een rol spelen bij de behandeling van kanker. Oudere mensen hebben regelmatig te maken met verminderde nier- en leverfuncties, minder spiermassa en minder kracht. Ook beenmerg is gevoelig is voor veroudering. Dit alles kan het verloop van de ziekte bemoeilijken.
De belangrijkste conclusie van promovenda Versteeg is dat het nog altijd heel moeilijk is om bijwerkingen van chemotherapie te voorspellen. Daarom moet een geriatrisch onderzoek (CGA) volgens haar niet gebruikt worden om behandelbeslissingen op te baseren, maar als input voor een gesprek en als middel om de patiënt optimaal te ondersteunen tijdens de behandeling.
Link naar proefschrift
Woensdag 26 mei
Promotie (VU), 13.45 uur aula
Stan Ursem: PTH, FGF23 en vitamine D
In het skelet zorgt calcium voor mechanische stabiliteit en kan het in de bloedsomloop worden afgegeven om een adequate calciumhomeostase te behouden. Een strikte regulering van de serum-calciumspiegels is van cruciaal belang voor een veelvoud aan functies, zoals signaaltransductie, neuromusculaire activiteit, coagulatie en botvorming. Fosfaathomeostase is ook van essentieel belang voor verschillende intracellulaire processen, zoals cellulair energiemetabolisme en DNA/RNA-vorming. Het calcium- en fosfaatmetabolisme wordt nauw gereguleerd door drie hormonen: PTH, FGF23 en vitamine D. Het algemene doel van dit proefschrift was om onderzoek te doen voorbij de grenzen van de huidige wetenschappelijke kennis van deze drie hormonen.
Link naar proefschrift
Donderdag 27 mei
Promotie (VU), 09.45 uur aula
Rianne van Bentum: Axiale spondyloartritis en bijbehorende oogklachten
Bij axiale spondyloartritis heb je vooral klachten aan je bekken en je wervelkolom. De ziekte van Bechterew is de bekendste vorm van axiale spondyloartritis. Promovenda Van Bentum onderzocht de oculaire manifestaties (in het oog) van deze reumatische aandoening en de daarbij horende ziektelast voor patiënten.
Link naar proefschrift
Woensdag 26 mei 2021
Promotie (UvA), 13.00 u, Agnietenkapel
Natasja Otto: Rol glucoseverbranding bij afweer
Otto keek naar de rol van het verbranden van glucose (stofwisseling) bij de afweer. Het proces is van belang bij de functie van de macrofagen, de vuilnismannen in het lichaam. Bij de verbranding van glucose ontstaan zuurstofradicalen, die een rol spelen bij het doden van bacteriën. Voor monocyten, witte bloedcellen die belangrijk zijn bij de afweer, is die rol anders. Otto laat zien dat glucoseverbranding niet voor elke immuuncel hetzelfde is. Verschillende weefselspecifieke macrofagen zijn niet direct vergelijkbaar. Dit is belangrijk bij onderzoek naar dit type cellen en naar hun functie in verschillende organen.
Link naar proefschrift
Woensdag 26 mei 2021
Promotie (UvA), 14.00 u, Aula
Gerie Glas: Beademing van patiënten met ernstige brandwonden
Beademing kan levensreddend zijn bij ernstig zieke patiënten, maar de ingreep kan zelf ook de longen beschadigen. Daarom wordt bij algemene intensive-carepatiënten beademing toegepast die de longen zo veel mogelijk beschermt. Glas heeft beademingspraktijken in kaart gebracht op gespecialiseerde intensive care units voor patiënten met brandwonden. Ze heeft onderzocht of beademingsinstellingen beïnvloeden hoe de patiënt herstelt.
De hypothese was dat long-beschermende beademing in toenemende mate wordt gebruikt bij brandwondenpatiënten en geassocieerd is met een kortere beademingsduur. Ze concludeert dat het onduidelijk is of dit type beademing voor deze groep patiënten de meest optimale vorm is. Ze bepleit een grote studie om te kijken of brandwondenpatiënten baat hebben bij het gebruik van long-beschermende beademing.
Link naar proefschrift
Woensdag 26 mei 2021
Promotie (UvA), 16.00 u, Agnietenkapel
Eva Versteijne: Rol voorbehandeling bij alvleesklierkanker
De overleving van patiënten met een bepaalde vorm van alvleesklierkanker (resectabel of borderline-resectabel pancreas ductaal adenocarcinoom (PDAC)) is de laatste tien jaar nauwelijks verbeterd. Er zijn veel studies gedaan naar de rol van preoperatieve (neoadjuvante) chemoradiotherapie. Aangezien deze behandeling haar werkzaamheid nog niet heeft bewezen, is er weinig over bekend en is er geen goede richtlijn. Versteijne stelt dat neoadjuvante chemoradiotherapie gunstig is bij de patiënten met PDAC.
Link naar proefschrift
Donderdag 27 mei 2021
Promotie (UvA), 10.00 u, Agnietenkapel
Abbas Peymani: Zeldzame handafwijking beter in kaart gebracht
Madelung deformiteit is een zeldzame aangeboren handafwijking die wordt veroorzaakt door een remming van de groei van het uiteinde van het spaakbeen. Dit proces leidt tot een gebogen spaakbeen, en vergroeiingen aan de zijde van de pols. Deze klachten ontstaan vroeg in de puberteit. Peymani bestudeerde deze zeldzame aandoening waar tot nu toe maar weinig over bekend was.
De promovendus ontdekte dat madelung deformiteit uiteenlopende anatomische kenmerken kan hebben. De voornaamste symptomen zijn pijn, verminderde beweeglijkheid, verminderde grijpkracht en esthetische hinder. Patiënten ondervinden significante beperkingen in hun fysieke, mentale, en sociale gezondheid zelfs na het ondergaan van de huidige chirurgische behandelingen. Met multidimensionele analyses en statistische vormmodellering kunnen onderzoekers beter inzicht krijgen in de anatomie en pathofysiologie. Dat leidt tot de ontwikkeling van nieuwe veelbelovende operatietechnieken, schrijft Peymani.
Link naar proefschrift
Vrijdag 28 mei
Promotie (VU), 09.45 uur Aula
Maike Schuldt: De verschillende ziektebeelden van hypertrofische cardiomyopathie
Hypertrofische cardiomyopathie (HCM) is een ziekte door verdikking van (een deel van) de hartspier. Het is een ziekte waarbij de ernst en ziektelast van patiënten enorm kan verschillen. Zelfs patiënten met exact dezelfde mutatie kunnen een heel ander ziektebeeld en -verloop hebben.
Promovenda Schuldt ziet verschillende omgevingsfactoren die misschien van invloed zijn, zoals landelijke of stedelijke verschillen in levensstijl, inclusief dieet en lichaamsbeweging, en aanvullende genmutaties of (epi) genetische modificatoren. Haar promotieonderzoek richt zich vooral op de mutante eiwitdosis en mutatielocatie en de cellulaire eiwitkwaliteitscontrole (PQC) als mogelijke oorzaken voor verschillen in ziekteverloop.
Dit onderzoek is gefinancierd door de Hartstichting.
Link naar proefschrift
Vrijdag 28 mei 2021
Promotie (UvA), 10.00 u, Agnietenkapel
Florien Westendorp: Interacties tussen darmcellen
De binnenste laag van onze darm, het epitheel, vernieuwt zich wekelijks. Dat gebeurt door deling van de darmstamcellen. Eén van de belangrijkste eiwitsignaleringsroutes die deze stamcellen aansturen, is de Hedgehog-route. Voor een goede functie van deze route is interactie nodig tussen het epitheel (de bekleding aan de binnenkant van de darmen) en de onderliggende cellen, de fibroblasten. Eerder werd gedacht dat fibroblasten voornamelijk structuur aan weefsel geven, maar recent is gebleken dat zij een cruciale rol spelen in kanker en ontsteking. Het proefschrift van Westendorp richt zich op darmfibroblasten, hun interactie met het epitheel en Hedgehog, en hun rol in de gezonde en zieke darm.
De promovenda ontdekte dat de signaleringroute specifiek signalen verstuurt van het epitheel naar onderliggende fibroblasten. Via deze signalen onderdrukt het eiwit Hedgehog de uitgroei van darmpoliepen (een voorstadium van darmkanker), maar ook een ernstige ontstekingsreactie. Westendorp ontdekte verder dat de eiwitmarker CD90 alleen op de fibroblasten rondom darmstamcellen voorkomt. Ook identificeerde ze een nieuwe stamcel-groeifactor, Sema3a.
Westendorp deed haar onderzoek met zogenaamde ‘organoids, darmstamcellen die ze in een petrischaal liet opgroeien tot mini-darmpjes.
Link naar proefschrift
Vrijdag 28 mei 2021
Promotie (UvA), 11.00 u, Aula
Mara Buijs: diagnostische waarde van naaldgebaseerde, onderhuidse optische coherentie tomografie (OCT)
Buijs deed onderzoek naar de diagnostische waarde van naaldgebaseerde, onderhuidse optische coherentie tomografie (OCT) om nierkanker te differentiëren. OCT is een onderzoeksmethode waarbij met behulp van infrarood licht beelden en dwarsdoorsnedes worden gemaakt van weefsels. De promovenda bestudeerde ook de haalbaarheid en veiligheid van percutane, irreversibele electroporatie (IRE) voor de behandeling van kleine niertumoren (SRMs).
Link naar proefschrift
Vrijdag 28 mei
Promotie (VU), 11.45 uur online
Sofie Sergeant: Samen werken, Samen leren, naar een universeel ontwerp voor inclusief onderzoek
Samen Werken, Samen Leren (SWSL) is de naam van een landelijk inclusief onderzoeksproject dat binnen het programma Gewoon Bijzonder (ZonMw) is uitgevoerd van 2016 tot 2020. Promovenda Sergeant ging binnen dit project aan de slag met inclusieve samenwerking en reflectie daarop. Zo ontstond de Cabriotraining: een coaching- en trainingsprogramma voor teams die bestaan uit onderzoekers met een academische achtergrond, professionals van diverse vakgebieden en onderzoeksteamleden met ervaringsdeskundigheid, in dit geval mensen met een beperking.
Sergeant onderscheidt en verkent vier voorwaarden voor inclusief onderzoek:
1. Veilige onderzoekomgeving en het gevoel van erbij horen
2. Ruimte voor samenwerking en vaardigheidsopbouw
3. Multi-zintuiglijke communicatie- en onderzoeksmethoden
4. Tijd voor reflectie op eigenaarschap, macht, kwetsbaarheid, vooroordeel, de betekenis van (zelf)stigma en risico op tokenisme.
Link naar proefschrift
Vrijdag 28 mei 2021
Promotie (UvA), 13.00 u, Agnietenkapel
Kevin Stroek: De hielprik optimaliseren
De screening van pasgeboren kinderen (de hielprik) is een belangrijke methode voor de preventie van langdurige gezondheidsproblemen of vroegtijdige sterfte bij pasgeborenen met erfelijke aandoeningen. Een uitdaging hierbij is het vinden van een balans tussen ziektedetectie en vals-positieve verwijzingen door het kiezen van geschikte screeningsmarkers en afkapwaarden. Stroek deed systematische reviews en prospectieve en retrospectieve studies om de Nederlandse gegevens over de hielprik te verzamelen en evalueren. In zijn proefschrift doet hij onder andere voorstellen voor nieuwe modellen en testen om de screening te optimaliseren.
Link naar proefschrift
Vrijdag 28 mei 2021
Promotie (UvA), 16.00 u, Agnietenkapel
Fons van den Berg: Factoren van invloed op alvleesklierontsteking
Ondanks decennia van onderzoek is het nog steeds onduidelijk waarom sommige patiënten met alvleesklierontsteking ernstige, levensbedreigende complicaties ontwikkelen, terwijl anderen zonder problemen genezen. Van den Berg keek naar het verband tussen de erfelijke achtergrond van een persoon en de samenstelling en functie van zijn darmflora. Hij onderzocht hoe deze factoren bijdragen aan ernstige complicaties zoals (meervoudig) orgaanfalen en secundaire infecties.
Van den Berg zag verbanden tussen laboratorium- en genetische markers, en het risico en de ernst van alvleesklierontsteking. In een groot cohort van patiënten ontdekte hij nieuwe genetische associaties in de genen ZNF106 en SLC52A1 met (vroeg) meervoudig orgaanfalen bij acute pancreatitis.
Link naar proefschrift
Datum: 26 mei 2021