Gezonder eten dankzij een pomp
Ben je de aanhoudende regenbuien meer dan zat? Wees blij; aan de andere kant van de wereld zitten ze juist te springen om water. Juan Carlo Intriago Zambrano (36) – werkzaam als onderzoeker bij TU Delft | Global Initiative – weet er alles van. De van oorsprong Ecuadoraanse wetenschapper werkt mee aan een project om de droogte in ontwikkelingslanden te bestrijden: de Barsha-pomp. Het apparaat pompt rivierwater naar een irrigatiesysteem waarmee het land wordt besproeid. Daardoor worden omliggende akkers weer vruchtbaar en kan de lokale bevolking groenten en fruit telen. Juan Carlo helpt deze mensen dus om gezonder te eten. Hoe ervaart hij dit? Wat doet hij zelf om gezond te blijven? En wat valt hem op aan onze Hollandse eetgewoonten?
Eerst even over de pomp, Juan Carlo: wat is er zo bijzonder aan?
‘De Barsha-pomp, ontworpen door de Nederlandse start-up aQysta, heeft geen elektriciteit of fossiele brandstof nodig. Het apparaat is voorzien van een soort waterrad dat twee spiralen in beweging zet. Deze bouwen de waterdruk op waarmee de pomp draaiende wordt gehouden. Je kunt het apparaat dus op iedere plek gebruiken waar het water in beweging is. Op dit moment zijn er pompen gestationeerd in 17 landen, waaronder Indonesië, Malawi en Nepal. Dankzij de pomp kan de lokale bevolking beter voorzien in haar levensonderhoud.’
En wat is jouw rol in dit project?
‘Ik onderzoek ter plaatse hoe de boeren de pomp gebruiken. Soms lopen zij daarbij tegen beperkingen aan. Ze kunnen de pomp bijvoorbeeld niet betalen of ze hebben te weinig technische kennis om het apparaat te onderhouden. Soms gaat het om logistieke problemen, zoals reserveonderdelen die niet geleverd worden.
Ook is er soms meer uitleg nodig over het toepassen van de pomp. Sommige boeren hebben de neiging om hun hele land onder water te zetten, en de pomp iedere dag te gebruiken. Dat is begrijpelijk na al die droogte, maar niet goed voor de gewassen. We moeten ze dus leren dat een paar keer per week sproeien gunstiger is voor de gewassen. Meer is niet altijd beter.
Op basis van deze observaties kan ik, in samenwerking met aQysta, een aangepast businessplan schrijven dat rekening houdt met deze tekortkomingen.
Vruchtbaar land betekent onder andere meer groenten en fruit. Gezonder voedsel voor de bevolking dus. Is deze vorm van ontwikkelingssamenwerking belangrijk voor je?
‘Zeker! De pomp is een goed voorbeeld van hoe we de mensen in hun eigen omgeving praktisch kunnen helpen. Het voorziet ze van een concrete oplossing waarmee ze hun leefomstandigheden kunnen verbeteren. Dat heeft een enorme impact.’
Onderzoek toont aan dat je gelukkiger en gezonder wordt als je anderen helpt. Ervaar jij dat ook zo?
‘Gedeeltelijk. Ik krijg enorm veel voldoening van dit werk. In dit project draait het niet om het maken van winst, maar om het maken van een verschil en dat geeft een goed gevoel. Aan de andere kant is het soms ook een beetje frustrerend om te zien dat de boeren het apparaat door allerlei omstandigheden niet altijd optimaal benutten.’
Gezond eten en leven is in onze omgeving een stuk makkelijker. Wat doe je zelf om fit en gezond te blijven?
‘Ik probeer vooral de balans te zoeken tussen werk en ontspanning. Ik houd van mijn werk maar ga ook regelmatig op stap met vrienden en neem af en toe vakantie. Verder ben ik zo’n vier tot vijf keer per week in de sportschool te vinden voor een goede work-out. Natuurlijk let ik ook op wat ik eet. In mijn dieet is er weinig plek voor koolhydraten en vet.’
Je werkt en woont al een paar jaar in Nederland. Wat vind je van onze eetgewoonten?
‘Eerlijk gezegd zou ik kilo’s aankomen als ik me aan jullie eetpatroon zou houden. Want tjonge, wat eten jullie veel brood! Ik zie overal en altijd brood op tafel staan, bij het ontbijt, de lunch en vaak ook nog het avondeten. Al die koolhydraten! Niets voor mij. In Ecuador doen we het overigens niet veel beter hoor, maar dan moet je het woordje brood vervangen door rijst.’
En onze leefstijl? We zijn hier natuurlijk veel gestrester dan in Ecuador…
‘Het zal je verbazen, maar het is hier juist veel eenvoudiger om níet gestrest te zijn. In Ecuador is het veel minder goed geregeld; koopkracht, sociale voorzieningen, infrastructuur, alles. We werken daar veel harder dan de mensen in Nederland. Doe je dat niet, dan verdien je gewoon niet genoeg om rond te komen. Die verantwoordelijkheid geeft eigenlijk een constante druk.
Gek genoeg heeft niemand in Ecuador een burn-out. Misschien omdat we het begrip amper kennen. Maar het kan ook te maken hebben met het feit dat we daar heel close zijn, als samenleving. Je hebt daar veel meer contact met familie, vrienden en buren. En onderschat het klimaat niet. Elke dag zon, tja… daar word je natuurlijk vrolijker van dan van die Hollandse regen.’
Waar ligt je verdere ambitie? Zijn er nog andere plannen om mensen te helpen?
‘Concrete plannen heb ik nog niet, maar ik zou graag werken voor een non-gouvernementele organisatie, zoals Hivos. Een bedrijf dat als missie heeft om het levensonderhoud van mensen te verbeteren. Daar zou ik graag mijn kennis en expertise inzetten.’
Tot slot: heb je nog tips voor onze lezers, als het gaat om gezondheid in de breedste zin van het woord?
‘Ik heb er zelfs drie! Allereerst zou ik zeggen: zorg voor variatie in je eetpatroon. Minder brood en bijvoorbeeld meer salades is beter voor je lijf.
Verder raad ik aan om vaker lokale producten te kopen. Daar profiteert iedereen van: je steunt lokale ondernemers en producenten. Kleinere, lokale boerenbedrijven zijn ook sneller geneigd om organische landbouw toe te passen dan de grote firma’s. Dat is voor je gezondheid weer een pluspunt.
En als laatste tip: verdiep je in wat er speelt in de wereld. Lees meer, praat met elkaar, zorg ervoor dat je weet wat er aan de hand is. Zo kunnen we samen zorgen voor een gezondere wereld, op alle fronten.
’Meer informatie over het project waaraan Juan Carlo meewerkt, vind je op de website van TU Delft
Datum: 21 januari 2019