Wetenschapskalender Amsterdam UMC 21-25 september
Maandag 21 september
Promotie (VU), Aula, 13.45 uur
Jessica van der Zande: Patiënten met Lewy body dementie
Van der Zande deed aanvullend onderzoek bij dementie met Lewy bodies. Dementie met Lewy bodies wordt gekenmerkt door visuele hallucinaties, wisselende aandacht, slaapstoornissen en problemen met bewegen. De diagnose is tijdens het leven moeilijk te stellen door de variatie in symptomen en door overlap met de ziekte van Alzheimer en Parkinson.
De promovenda Zande maakte extra MRI-scans, hersenfilmpjes(EEG) en nucleaire scans om eerder en beter een diagnose te kunnen stellen. Ook keek zij naar de relatie tussen Lewy body dementie en de ziekte van Alzheimer. Zij vond dat een EEG bij dementie met Lewy bodies meestal al in de vroege fase van de ziekte afwijkend is en vaker ook ernstiger dan bij de ziekte van Alzheimer. Dit weinig belastende EEG-onderzoek kan zo bijdragen aan de diagnosestelling en het volgen van patiënten met Lewy body dementie.Link naar proefschrift
dinsdag 22 september
Promotie (UvA), 12.00 u, Agnietenkapel
Simon Körver: Beter gebruik van therapie voor ziekte van Fabry
De promovendus wil de communicatie verbeteren tussen patiënten met de ziekte van Fabry en hun arts te over de meest gebruikte therapie voor deze ziekte. Fabry is een zeldzame erfelijke ziekte waardoor het lichaam een noodzakelijk enzym niet aanmaakt. Sinds ongeveer 20 jaar is er een medicijn: de enzymvervangingstherapie. Körver probeerde het gebruik van deze dure therapie te verbeteren.
Link naar proefschrift
Dinsdag 22 september
Promotie (VU), 13.45 uur
Inger van Steenoven: Zoektocht naar biomarkers voor dementie met Lewy bodies
Dementie met Lewy bodies (DLB) wordt gekenmerkt door visuele hallucinaties, wisselende aandacht, slaapstoornissen en problemen met bewegen. De diagnose is tijdens het leven moeilijk te stellen door de variatie in symptomen en door overlap met de ziekte van Alzheimer en Parkinson. Biomarkers kunnen helpen om de diagnose DLB met meer zekerheid te stellen.
In de zoektocht naar deze biomarkers heeft Van Steenoven verschillende eiwitten in het hersenvocht geanalyseerd. Daarnaast gebruikte zij een geavanceerde techniek (proteomics) om in kaart te brengen welke eiwitten in het hersenvocht verschillend zijn tussen patiënten met DLB en gezonde ouderen. Met als resultaat zes potentiële nieuwe biomarkers.
Onderzoek van Van Steenoven benadrukt het belang van biomarkers bij het stellen van een accurate en vroege diagnose van DLB. Vanwege de complexiteit van de onderliggende ziekteprocessen is een enkele biomarker niet voldoende. Met een combinatie van verschillende biomarkers (een biomarkerpanel) kan er beter onderscheid gemaakt worden tussen patiënten met DLB, gezonde ouderen en patiënten met andere hersenaandoeningen. Een biomarkerpanel is een belangrijke stap in de richting van een geïndividualiseerde diagnose en een behandeling van DLB op maat.
Woensdag 23 september
Promotie (UvA) , 10.00 u, Agnietenkapel
Maria Beerekamp: Beeldvorming van botbreuken bij een gewricht
Om breuken die doorlopen tot in het gewricht goed te kunnen opereren, moet je de breuk en de positie van de implantaten voor en tijdens de ingreep optimaal in beeld brengen.In dit proefschrift is het gebruik van een 3-dimensionale röntgentechniek bij deze breuken kritisch geëvalueerd.
Link naar proefschrift
Woensdag 23 september
Promotie (VU), Aula, 11.45 u
Martje Erkelens: De rol van retinolzuur in het immuunsysteem
Retinolzuur is het actieve deel van vitamine A. Dit actieve deel heeft een belangrijke rol in het menselijk lichaam: het is essentieel in de embryonale ontwikkeling, voor het zenuwstelsel, en ook voor de werking van het immuunsysteem. Het is moeilijk om retinolzuur te meten of zichtbaar te maken. Dit komt doordat het molecuul gevoelig is voor licht en niet kan oplossen in water.
In samenwerking met scheikundigen van de Universiteit Leiden hebben immunologen van Amsterdam UMC moleculair gereedschap ontwikkeld waarmee retinolzuur te volgen is.
Het eerste gereedschap is een soort moleculaire hengel die onderdelen van de cel opvist die reageren op vitamine A. Zo kunnen onderzoekers meer inzicht krijgen in welke onderdelen van de cel belangrijk zijn om vitamine A te activeren en er retinolzuur van te maken.
Een ander gereedschap dat de onderzoekers hebben ontwikkeld werkt als een moleculaire dobber, waarbij de dobber als een vitamine A is met een staartje eraan. Dat staartje vindt de molecuul. Oftewel, het is een chemisch aangepaste vorm van vitamine A die in de cel gevolgd kan worden met microscopie. Hiermee konden de onderzoekers onderzoeken in welk deel van de cel vitamine A een functie heeft. Met deze gereedschappen kan de rol van vitamine A in het lichaam in de toekomst beter worden onderzocht.
Link naar proefschrift
Woensdag 23 september
Promotie (UvA), 13.00 u, Agnietenkapel
Charlotte Heuvelings: Tuberculose in Europa bij moeilijk bereikbare groepen
Tuberculose komt in Europa weinig voor. De weinige gevallen die zich voordoen, komen voor in moeilijk bereikbare groepen, zoals immigranten, daklozen, drugsgebruikers en sekswerkers. Heuvelings kijkt naar mogelijkheden om besmettingen in deze groep op te sporen en te behandelen. Goede behandeling is nodig voor de patiënt en verkleint het risico dat de ziekte zich verder verspreidt.
De promovenda stelt dat door stigma en beperkte toegang tot de gezondheidszorg deze groepen minder snel de juist zorg krijgen. Daarentegen stimuleren de ‘mobiele röntgenbus’ en een directe doorverwijzing naar een tuberculose-kliniek het gebruik van medische voorzieningen gericht op tuberculose. Ook zorg op maat en het betrekken van wijkverpleegkundigen en sociale werkers verbetert de behandelingsuitkomst.
Naar aanleiding van dit onderzoek heeft het Europese RIVM (ECDC) een handboek opgesteld voor Europese landen waarin staat hoe ze het beste tuberculose kunnen opsporen en behandelen in deze moeilijk bereikbare groepen.
Verder keek Heuvelings naar kinderen met tuberculose-klachten in Zuid-Afrika. Ze stelt dat een longecho een alternatief is om tuberculose in kinderen op te sporen, vooral in gebieden waar vaak geen dure röntgenapparatuur aanwezig is.
Link naar proefschrift
Donderdag 24 september
Promotie (UvA), 10.00 u, online. De promotie is via deze linkte volgen.
Clarissa Christiaans: Bloedstolling bij kinderen na ongeluk
In de afgelopen decennia is onze kennis over de ontwikkeling, diagnose en behandeling van stollingsstoornissen na een ongeluk drastisch toegenomen, vooral bij volwassene n. Voor kinderen is dat minder het geval en Christiaans heeft dit hiaat opgevuld. Belangrijk, want trauma is de belangrijkste doodsoorzaak bij kinderen.
Link naar proefschrift
Donderdag 24 september
Promotie (VU), Aula, 11.45 uur
Bette Loef: Meer kans op griep- en luchtwegklachten door nachtdienst
Zorgverleners die regelmatig nachtdiensten draaien, hebben meer kans op griep- en luchtwegklachten dan collega’s die alleen overdag werken. Dat concludeert Loef in haar proefschrift over de invloed van nachtwerk op de gezondheid, leefstijl, en afweer van zorgverleners.
In de gezondheidszorg werken veel mensen afwisselend dag-, avond-, en nachtdiensten. Het werken in ploegendienst, en voornamelijk wanneer sprake is van nachtwerk, kan leiden tot schadelijke gezondheidseffecten. Loef concludeert dat zorgverleners die regelmatig ’s nachts werken twintig procent meer kans op griep- en luchtwegklachten hebben dan personeel dat alleen overdag werkt.
Voor haar onderzoek, een samenwerking tussen RIVM en Amsterdam UMC, volgde Loef 600 zorgverleners, werkzaam binnen verschillende ziekenhuizen in Nederland. Dat deed ze een half jaar lang tijdens het griepseizoen met een speciaal ontwikkelde smartphone app. In deze app konden de zorgverleners dagelijks aangeven of ze griep- of luchtwegklachten hadden. De app identificeerde vervolgens episodes van dergelijke klachten.
Loef bekeek ook of de leefstijl en afweer van nachtwerkers anders waren dan die van dagwerkers. Hieruit bleek dat de slechtere ervaren slaapkwaliteit van nachtwerkers een deel van hun verhoogde risico op griep- en luchtwegklachten kon verklaren. Voor de andere leefstijlgedragingen zag Loef dat nachtwerkers over het algemeen een vergelijkbare slaapduur, beweegpatroon in de vrije tijd en eetfrequentie hebben als dagwerkers. Het verbeteren van de ervaren slaapkwaliteit kan volgens de promovenda een nuttig aanknopingspunt zijn voor toekomstig onderzoek.
Link naar proefschrift
Donderdag 24 september
Promotie (VU) Aula, 13.45 u.VU
Menno van Segeren: Ontwikkeling en escalatie van crimineel gedrag gezien vanuit de gezondheidszorg
Bij criminaliteitspreventie wordt steeds vaker straf met zorg gecombineerd. Dat vereist zicht op zorgaspecten gerelateerd aan persistent en escalerend crimineel gedrag. Veel (jongere) daders profiteren namelijk onvoldoende van aangeboden vormen van ondersteuning.
Dit proefschrift bestudeert crimineel gedrag bij jongvolwassenen vanuit het perspectief van de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGz), een zorgspecialisme rondom moeilijk bereikbare doelgroepen met complexe problematiek. Gewelddadige veelplegers bleken geconfronteerd met moeilijke jeugd- en opvoedomstandigheden en al vroeg ernstige problemen te vertonen qua psychosociaal en sociaal-relationeel functioneren.
Omgang met antisociale leeftijdgenoten, criminele gezinsleden en abnormale gezinsomstandigheden waren belangrijke voorspellers van gewelddadig crimineel gedrag. Blootstelling aan traumatische gebeurtenissen ging vooraf aan verminderd functioneren op meerdere levensgebieden op latere leeftijd, wat stoppen met crimineel gedrag moeilijker maakt. Ook onder kort-gedetineerden bleken medische en sociale problemen veelvuldig aanwezig. Gedetineerden ervoeren deze zelf vaak niet als problematisch, ondanks een sterke samenhang met recidive.
De complexiteit van problemen onderschrijft het belang van een OGGz-benadering bij criminaliteitspreventie, in aanvulling op werkwijzen in het jeugddomein, het veiligheidsdomein en de forensische ggz. Hieruit voortvloeiende aanbevelingen zijn intensievere vroegsignalering van sociaal-emotionele problemen en gezinsproblematiek bij jeugd, inzetten op tijdige identificatie van jongeren met het allerhoogste risicoprofiel, het overwegen van langdurige en integrale ondersteuning en meer trauma-sensitief werken in de aanpak van (jeugd)criminaliteit.
Link naar proefschrift
25 september 9.45 uur
Promotie (VU), Aula, 09.34 u
Martin Visser: Computeralgoritme bij MR-beeldanalyse
Tijdens zijn promotie traject heeft Visser de kwantitatieve analyse van gliomen in MR-beelden onderzocht. Dit deed hij als onderdeel van de PICTURE-onderzoeksgroep van Amsterdam UMC.
Hij onderzocht de reproduceerbaarheid van mensgemaakte annotaties in MR-beelden en of een automatisch computeralgoritme deze annotaties kan doen. Om de beeldinformatie van (veel) verschillende patiënten vervolgens objectief met elkaar te kunnen vergelijken is het noodzakelijk om de beelden van verschillende breinen goed over elkaar heen te kunnen leggen om overeenkomende gedeeltes van het brein met elkaar te vergelijken.
Hierbij heeft Visser een analyse gedaan over hoe precies verschillende algoritmes verschillende breinen over elkaar heen kunnen leggen. Bij deze analyses van MR-beelden en het openbaar delen van data gecreëerd aan de hand van deze beelden, is het belangrijk om de privacy van de deelnemers te beschermen.
Ter afsluiting van zijn thesis heeft Visser mogelijkheden bestudeerd om gezichtsinformatie uit MR-beelden te verwijderen en wat hun impact is op daaropvolgende automatische beeldanalyse technieken. Open data met annotaties van bekende accuraatheid kunnen in de toekomst leiden tot verbeterde statistische analyses van patiëntcohorten.
Link naar proefschrift
Vrijdag 25 september
Promotie (UvA), 10.00 u, Agnietenkapel
Bernadien Nijmeijer: Rol afweercellen in de huid bij overdracht hiv en hepatitis C
Dit proefschrift beschrijft het onderzoek naar de rol van bepaalde huidcellen bij seksuele transmissie van hiv-1 en het hepatitis C-virus. Nijmeijer heeft gekeken naar mucosale Langerhans-cellen, dat zijn belangrijke afweercellen die zich in het slijmvlies in het lichaam, bevinden, onder meer in mond, penis of vagina. Ze toont aan dat beide virussen op slimme wijze technieken gebruiken om via de Langerhans cellen de gastheer te infecteren.
Link naar proefschrift
Vrijdag 25 september
Promotie (UvA), 11.00 u, Agnietenkapel
Femke Lambers: Hepatitis C in twee belangrijke kwetsbare groepen
Deze studie kijkt naar hepatitis C in twee belangrijke groepen: mensen die drugs injecteren en hiv-geïnfecteerde mannen die seks hebben met mannen. Sinds de komst van nieuw effectieve medicijnen is het mogelijk zonder al te veel bijwerkingen te genezen. Dit werk is deels onderdeel van het programma Gezond Amsterdam.
Voor personen met hepatitis C of een risico daarop door (voormalig) injecteren van drugs is de zorg in Nederland gunstig goed. In landen waar drugsgebruik gestigmatiseerd en soms ook gecriminaliseerd wordt, komt de ziekte in deze groep veel voor. Het bevorderen van gelijke mensenrechten verbetert, volgens Lambers, de gezondheid van deze groep.
De nieuwe geneesmiddelen hebben in de groep mannen die seks hebben met mannen veel ziektegevallen voorkomen, maar primaire infecties en herinfecties blijven voorkomen door onveilig seksueel gedrag. Lambers stelt voor te blijven investeren in voorlichting en het vinden van manieren om risico op transmissie te reduceren.
Ze pleit er ten slotte voor om de huidige kosten van de therapie wereldwijd te verlagen. Alleen dan is – in combinatie met preventie en behandeling – het WHO-doel haalbaar om in 2030 deze ziekte wereldwijd met 80 procent terug te dringen.
Link naar proefschrift
Vrijdag 25 september
Promotie (UvA), 16.00 u, Agnietenkapel
Eva Leemans: Beeldvorming helpt niet bij voorspelling aneurysma
De promovenda heeft onderzocht of beeldvorming kan voorspellen dat een bloedvat gaat scheuren (aneurysma). Ze constateert dat het lastig is te voorspellen wanneer dat gaat gebeuren. Het risico daarop verandert voortdurend. Ze beveelt aan het risico op het scheuren van het bloedvat vaker te onderzoeken.
Als een aneurysma optreedt, ontstaat er een bloeding met grote gevolgen. Daarom kunnen artsen besluiten tijdig te behandelen, maar de ingreep is niet zonder risico. Beeldvorming helpt hierbij niet om de patiënt eruit te pikken die de operatie snel nodig heeft.
Link naar proefschrift
Datum: 22 september
Bron: UMC Amsterdam