Kenniscoalitie: stabiele groei investeringen in onderzoek en innovatie noodzakelijk 3% BBP voor onderzoek en innovatie in 2030 haalbaar
Voor de komende tien jaar stelt de Kenniscoalitie aan het kabinet voor om de investeringen in onderzoek en innovatie jaarlijks te laten groeien met 300 tot 380 miljoen euro. Dit stabiele groeipad is noodzakelijk om in Europa bij te blijven als competitieve kenniseconomie. Landen als Denemarken en Duitsland investeren al jaren fors meer dan Nederland. De extra middelen zijn in de eerste plaats deel bestemd voor een stabiele, langdurige verhoging van investeringen in de publieke kennisbasis, in combinatie met een verhoging van de investeringen in thematisch onderzoek gericht op maatschappelijke uitdagingen en nieuwe economische activiteit. Met deze investeringen komt Nederland in 2030 op een investeringsniveau van 3% van het BBP aan onderzoek en innovatie. Alleen dan zal Nederland zich qua wetenschappelijke prestaties en innovatie op lange termijn kunnen blijven meten aan andere Europese landen.
Sociaal-economisch herstel zal door de coronapandemie het belangrijkste thema van de komende jaren zijn. Onderzoek en innovatie zijn cruciaal voor duurzaam economisch herstel en dragen bij aan het creëren van een wendbare en weerbare Nederlandse kennissamenleving, die beter bestand is tegen onvoorziene ontwikkelingen met grote impact. De Kenniscoalitie (bestaande uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, innovatieve MKB’ers, en de kennisinstellingen in Nederland) wil een bijdrage leveren om Nederland snel weer op te bouwen na de crisis. Hiervoor zijn extra investeringen door het nieuwe kabinet noodzakelijk.
Een verhoging van de publieke investeringen in onderzoek en innovatie zal ook de private investeringen stimuleren. Een recente studie laat zien dat een investering van €1 extra publiek R&D-kapitaal (bijvoorbeeld onderzoek door kennisinstellingen) de samenleving maar liefst €4,20 oplevert aan toegevoegde waarde. De Kenniscoalitie stelt daarom een investeringsniveau voor van 2,5% van het BBP aan onderzoek en innovatie aan het einde van de komende kabinetsperiode. In 2030 komt dan het doel van 3% BBP in zicht, waarmee Nederland op gelijk niveau komt met de ons omringende landen. De toegevoegde waarde voor de maatschappij die deze kennisontwikkeling met zich meebrengt is enorm.
Stan Gielen, voorzitter van de Kenniscoalitie: “Kennis wordt steeds belangrijker voor een weerbare samenleving en een gezonde economie. Investeren in kennis is daarom investeren in de toekomst.”
Ingrid Thijssen, voorzitter VNO-NCW: “Investeren in kennis en innovatie is essentieel voor het sociaaleconomisch herstel na de coronacrisis en voor het opbouwen van het toekomstige duurzame verdienvermogen van Nederland. Een stevige impuls in ons hele kennisecosysteem is ook nodig om Nederland aantrekkelijk te houden voor talent. Zij zijn de motor van de innovatiekracht van Nederland en essentieel voor Nederlandse bedrijven.”
Pieter Duisenberg, voorzitter Vereniging van Universiteiten: “Als we in de kopgroep van Europese kenniseconomieën willen blijven, zullen we de komende jaren met z’n allen stevig moeten investeren in onderzoek en innovatie.”
Jacco Vonhof, voorzitter MKB-Nederland: “Door meer geld beschikbaar te maken voor onderzoek en innovatie kan het mkb een grote productiviteitsslag maken. Laten we echt werk maken van het omzetten van kennis in cash én tegelijkertijd kennis laagdrempelig en toegankelijk maken voor het brede mkb.”
Maurice Limmen, voorzitter Vereniging Hogescholen: “Nederland staat voor grote maatschappelijke transities. Er is veel nieuwe kennis nodig die snel kan worden toegepast. Dat vereist investeringen in de brede basis van ons onderzoek- en innovatiebestel.”
Paul de Krom, voorzitter TNO: “Duitsland heeft na de kredietcrisis laten zien dat investeren in innovatie dé weg uit een crisis is. Dat kunnen wij ook. Door in te zetten op innovaties die de economie en werkgelegenheid een flinke slinger geven en tegelijkertijd de grote maatschappelijke vraagstukken op het gebied van gezondheid, energie en veiligheid helpen oplossen.”
Ineke Sluiter, president KNAW:” “Investeren in de volle breedte van de kennisbasis is investeren in de toekomst. Het past bij de open kennissamenleving die Nederland wil zijn”
Margriet Schneider, voorzitter NFU: “De COVID-19 crisis laat eens te meer zien hoe belangrijk publieke investeringen in wetenschap zijn, en hoe essentieel een goede basis infrastructuur is. Bijvoorbeeld voor een snelle ontwikkeling van vaccins en therapieën”.
Over de Kenniscoalitie:
De Kenniscoalitie is een samenwerkingsverband van partijen in het Nederlandse onderzoeks- en innovatieveld en bestaat uit de universiteiten (VSNU), hogescholen (VH), Universitair Medische Centra (NFU), KNAW, NWO, VNO- NCW, MKB-Nederland en de instituten voor toegepast onderzoek (TO2-federatie). De Kenniscoalitie streeft gezamenlijk naar optimale omstandigheden om onderzoek en innovatie in Nederland te laten bloeien en fungeert als gesprekspartner voor de overheid. In 2014 heeft de Kenniscoalitie in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) de totstandkoming van de Nationale Wetenschapsagenda gecoördineerd.
Datum: 14 december
Bron: NWO