Betere controle van HIV-behandeling met beperkte middelen
Wanneer een HIV-behandeling niet meer werkt (therapiefalen) is dat een bedreiging voor de gezondheid van mensen met HIV, vooral onder omstandigheden waar weinig middelen voorhanden zijn. Initiatieven om therapiefalen te verminderen, zoals strengere afkapwaarden voor onderdrukking van het HIV-virus, betere klinische begeleiding en betere controle van de HIV-behandeling kunnen therapiefalen sterk verminderen. Dit zijn de belangrijkste conclusies van Lucas Hermans van UMC Utrecht in zijn proefschrift dat hij op 15 november 2022 zal verdedigen.
Het humaan immunodeficiëntievirus (HIV) heeft een grote invloed op de wereldgezondheid en treft veel lage- en middeninkomenslanden. Gecombineerde antiretrovirale therapie (ART) heeft HIV-infectie van een dodelijke ziekte veranderd in een behandelbare chronische ziekte. ART kan een HIV-infectie echter niet genezen en de patiënt moet deze medicijnen levenslang gebruiken. Tijdens de behandeling bestaat het risico dat de therapie op een gegeven moment niet meer goed werkt en dat het aantal virusdeeltjes in het bloed weer toeneemt. Dit zogenaamde therapiefalen kan komen door onvoldoende therapietrouw, maar kan ook komen door de ontwikkeling van resistentie van het virus tegen de medicatie. Therapiefalen vormt een belangrijke bedreiging voor het succes van grootschalige HIV-behandelingsprogramma’s in Afrikaanse landen, waar de zorg- en laboratoriuminfrastructuur die nodig is om therapiefalen tijdig op te sporen en aan te pakken, beperkt is. Het proefschrift van Lucas Hermans (afdeling Medische Microbiologie, UMC Utrecht) wil bijdragen aan de duurzame effectiviteit van HIV-behandeling door de ontwikkeling van nieuwe strategieën voor laboratoriumcontrole tijdens de behandeling voor Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara. Het grootste deel van het onderzoek is uitgevoerd in Zuid-Afrika, waar ongeveer 10-15 procent van de inwoners met HIV leeft.
Therapiefalen
Uit het onderzoek van Lucas Hermans blijkt dat ART weliswaar meestal effectief is, maar dat de behandeling om uiteenlopende redenen niet altijd succesvol blijft. Zijn onderzoek bevestigt dat het risico op therapiefalen niet alleen wordt bepaald door patiënt gerelateerde factoren zoals geslacht en inkomen, maar ook door kenmerken van het virus, met name door de ontwikkeling van resistentie van het virus tegen ART. Ook blijkt dat er een aanzienlijke vertraging is tussen de ontdekking van therapiefalen en de klinische maatregelen om dit probleem in de routinematige klinische zorg aan te pakken.
Nieuwe strategieën voor controle
In zijn proefschrift onderzocht hij ook nieuwe strategieën voor de controle van HIV-behandeling. De resultaten van een grote Zuid-Afrikaanse studie die in dit proefschrift werd gepresenteerd bij bijna 71.000 mensen met HIV, lieten zien dat een strengere definitie van behandelingssucces – die momenteel al wordt gebruikt in hoge inkomenslanden – ook moet worden gebruikt in lage- en middeninkomenslanden. Dit, omdat door zo’n strengere definitie behandelaars therapiefalen eerder kunnen ontdekken. Ook kunnen innovatieve testen die laten zien of de medicatie daadwerkelijk wordt ingenomen (zoals ART-bloedtesten met behulp van immunoassays en ART-urinetesten op de werkplek) gebruikt worden om suboptimale therapietrouw op te sporen en personen te identificeren die het risico lopen drager te zijn van HIV-varianten die resistent tegen ART zijn.
Aanbevelingen
Op basis van de resultaten van zijn onderzoek presenteert Lucas Hermans drie aanbevelingen voor de controle van HIV-therapie in settings met beperkte middelen:
1. Een striktere afkapwaarde voor de definitie van virologische onderdrukking zou wereldwijd moeten worden gebruikt, ook in landen met een laag en midden inkomen, omdat dit kan bijdragen tot vroegere opsporing van lage hoeveelheden virus in het bloed, die verband houden met een hoger risico op therapiefalen.
2. Therapiefalen is een bedreiging voor de gezondheid van mensen met HIV. In veel Afrikaanse landen is er vertraging tussen het aantonen van therapiefalen en het nemen van adequate klinische maatregelen. Bij therapiefalen moeten sneller klinische vervolgstappen worden ondernomen om het duurzame succes van ART te kunnen behouden.
3. Innovatieve technologie kan worden gebruikt om het toezicht op de HIV-therapie in Afrikaanse landen te verbeteren. Detectietests voor ART kunnen onvoldoende therapietrouw opsporen en gezondheidswerkers helpen om personen met een hoog risico op resistentieontwikkeling te identificeren.
Noord-Zuidsamenwerking
De Translational Virology Research Group van het UMC Utrecht richt zich op uitdagingen in HIV-management zoals verbetering van HIV-zorg en de complexe zoektocht naar daadwerelijke genezing. Onder de paraplu van het ITREMA project, ondersteund door ZonMw/WOTRO, heft de groep een onderzoekssamenwerking opgezet die virologie, farmacologie, infectieziekten, immunologie, volksgezondheid en sociale wetenschappen uit onderzoekscentra in het wereldwijde Noorden en Zuiden met elkaar verbindt. Deze samenwerking heeft geresulteerd in een wetenschappelijk platform voor interdisciplinair onderzoek, het delen van gegevens en lokale capaciteitsopbouw. Een van de belangrijkste resultaten van deze samenwerking is het wetenschappelijke werk dat nu wordt gepresenteerd in het proefschrift van Lucas Hermans.
Promotie
Lucas Hermans (1986, Utrecht) verdedigt op 15 november 2022 zijn proefschrift aan de Universiteit Utrecht. De titel van zijn proefschrift is “HIV treatment monitoring in resource-limited settings – current paradigms and future strategies“. Promotoren zijn prof. dr. Roel Coutinho (afdeling Global Health, UMC Utrecht) en prof. dr. Anne Wensing (afdeling Medische Microbiologie, UMC Utrecht). Co-promotor is dr. Monique Nijhuis (afdeling Medische Microbiologie, UMCUtrecht). Lucas Hermans werkt momenteel als arts op de afdeling Interne Geneeskunde van het Groote Schuur Ziekenhuis, Kaapstad, Zuid-Afrika.
Symposium
Voorafgaand aan de verdediging van het proefschrift van Lucas Hermans organiseert het UMC Utrecht een symposium getiteld “Global insights in HIV Monitoring and Cure” op maandag 14 november 2022 (aanvang 13.30 uur, van Peperzeelzaal). Voor meer info en registratie (max. 50 deelnemers), klik hier.
Bron: UMC Utrecht
Datum: 18 november 2022