In beweging dankzij Sportimpuls
Bij de Dansfabriek in Nieuwegein dansen de ouderen niet op oubollige nummers, maar juist op pittige muziek. Ze krijgen ook serieus les. ‘Ik zeg altijd: op donderdagochtend ben ik voor niemand thuis. Dan ga ik naar de dansschool’, vertelt Bep van Kouwen in een interview in het digitale magazine over Sportimpuls. Toen ze zich op de sportschool niet meer zo thuis voelde tussen al die jonge meiden, nam een buurvrouw haar mee naar De Dansfabriek. Op haar beurt neemt ook Van Kouwen mensen mee. Met haar 74 jaar is ze een van de oudsten van haar dansgroep, maar onlangs meldde zich een man van 90 jaar.
Bewegingsarmoede
De Dansfabriek is een van de 1000 projecten die subsidie hebben gekregen van Sportimpuls. Dit programma begon in 2012 als onderdeel van het VWS-programma Sport en Bewegen in de Buurt om sport- en beweegstimulering te ondersteunen. ‘Bewegingsarmoede is een van de grootste risicofactoren voor de gezondheid en wordt schromelijk onderschat’, vertelt Frits Oosterveld, lector gezondheid & bewegen aan hogeschool Saxion en voorzitter van de programmacommissie die de subsidieaanvragen voor Sportimpuls-projecten beoordeelde. Roken staat nummer één op de lijst van gezondheidsrisicofactoren, direct gevolgd door te weinig of niet bewegen. Oosterveld verwijst naar een studie in The Lancet waaruit blijkt dat vroegtijdig overlijden als gevolg van een chronische ziekte in 25% van de gevallen enkel te wijten is aan onvoldoende fit zijn en bewegingsarmoede. ‘Voldoende bewegen is evident belangrijk’, zegt hij.
Kwetsbare groepen
Bij Sportimpuls werken lokale publieke en private partners zoals gemeenten, sportverenigingen, aanbieders van beweegactiviteiten, de zorg, welzijn, scholen en professionals samen om in dorpen en wijken bewegen te bevorderen. In de beginjaren was Sportimpuls breed opgezet, vertelt Oosterveld. Het programma richtte zich op iedereen van 0 tot 100 jaar. De focus verschoof uiteindelijk meer naar kwetsbare groepen, zoals jeugd met overgewicht en kinderen uit armere gezinnen. Vanaf 2018 kwamen er mensen met een beperking, chronisch zieken en ouderen bij. ‘Het gaat om mensen die op de drempel staan en een zetje nodig hebben om hen aan het bewegen te krijgen’, legt Oosterveld uit. Wat bij dat zetje belangrijk is, is de ‘gepersonaliseerde benadering’, zegt hij. ‘Je moet goed nadenken over wat aansluit bij de wensen van mensen. Je moet hen verleiden met iets wat ze leuk vinden.’
Bron: ZonMw
Datum: 28 april 2021