Nu ook genetisch bewijs: lichtverwerking in het oog speelt rol bij bijziendheid
juni 18, 2018
Grootste mondiale genetische studie werpt licht op ontstaan van bijziendheid
De grootste genetische studie naar bijziendheid ter wereld is vandaag gepubliceerd in het toonaangevende tijdschrift Nature Genetics. Onder leiding van het Erasmus MC identificeerden de onderzoekers 161 genetische factoren voor brilsterkten en bijziendheid. De gevonden factoren spelen een rol in alle celtypen van het netvlies en vervullen verschillende functies binnen het oog. De voornaamste was de detectie en verwerking van licht. Hiermee wordt moleculair bevestigd wat eerder uit epidemiologische studies naar voren kwam: licht, of juist het gebrek eraan, is een belangrijke trigger voor het ontstaan van bijziendheid.
Iemand die bijziend is, heeft een te lange oogbol. Hierdoor valt het brandpunt van de lichtstralen die het oog in schijnen vóór het netvlies, in plaats van erop. Daardoor kan iemand in de verte niet meer goed zien. Een bril, lenzen of chirurgische ingreep kunnen dit voor het zicht verhelpen, maar deze middelen voorkomen niet dat het netvlies dunner wordt. Bijziendheid is in de laatste jaren fors toegenomen. Niet alleen in Azië, ook in Europa is deze trend duidelijk zichtbaar: 50 procent van de huidige 20-jarigen is nu bijziend. Eerste auteur en wetenschappelijk onderzoeker Milly Tedja: “Dit is vooral zorgelijk voor mensen met hoge brilsterkten, omdat juist zij een groot risico hebben op oogheelkundige complicaties. Wij verwachten dat bijziendheid in de toekomst de belangrijkste oorzaak van blindheid gaat worden.”
Onderzoeksleider, epidemioloog en oogarts Caroline Klaver is opgetogen over de vinding: “Dit onderzoek levert genetisch bewijs dat lichtverwerking in het oog belangrijk is voor bijziendheid. Licht heeft invloed op de manier waarop de binnenste laag van het oog communiceert met de buitenste laag om het oog te laten groeien op de kinderleeftijd. Bevolkingsonderzoek Generation R liet al eerder zien dat bijziende kinderen minder lang buiten spelen. Daarom adviseren wij ouders om kinderen het dichtbijwerk af te laten wisselen met tenminste twee uur per dag buiten zijn.”
Het internationale Consortium voor Refractie en Myopia (CREAM) werkte voor deze studie samen met het genetische bedrijf 23andMe. In totaal werden van ruim 160.000 mensen afkomstig uit 39 verschillende studies uit Europa, Azië, de Verenigde Staten en Australië het DNA geanalyseerd. De bevolkingsstudie ERGO (Erasmus Rotterdam Gezondheid Onderzoek) en ERF (Erasmus Rucphen Familieonderzoek) van het Erasmus MC maakten deel uit van deze grootschalige studie.
De publicatie is online te lezen op de website van wetenschappelijk tijdschrift Nature Genetics.
Bron: Erasmus MC
Datum: 29 mei 2018