Slimme technologie als wapen tegen kindersterfte in Afrika
Artsen hebben een slim en levensreddend monitoringssysteem ontwikkeld dat alarm slaat als de gezondheid van een kind op de kinderafdeling verslechtert. Het is bedoeld voor ziekenhuizen in lage-inkomenslanden die niet over de kennis of middelen beschikken om bestaande, dure apparaten hiervoor te gebruiken. Hiervoor hebben de onderzoekers onlangs financiële steun gekregen van het EDCTP-programma van de EU. Hoofdonderzoeker Job Calis van Amsterdam UMC: “Wanneer dit systeem succesvol is, kan het elk jaar tot wel een miljoen kinderlevens redden. Dit is wat ons verenigt en motiveert om aan dit project te werken.”
Elk jaar sterven meer dan drie miljoen kinderen in lage-inkomenslanden door beperkingen in de zorg als gevolg van grote tekorten. Er is een gebrek aan personeel en geschikte apparatuur, waardoor kinderen onnodig overlijden. Zo kunnen in ziekenhuizen in lage-inkomenslanden subtiele maar belangrijke veranderingen in de gezondheid van een kind onopgemerkt blijven. Daardoor lukt het vaak niet om tijdig in te grijpen en sterven kinderen onnodig aan behandelbare aandoeningen. In hoge-inkomenslanden worden vitale functies zoals hartslag, bloeddruk en ademhalingsfrequentie continu gemonitord en wordt direct gesignaleerd wanneer de conditie van een kind verslechtert.
Bestaande monitoringsystemen zijn ontwikkeld voor hoge-inkomenslanden waardoor ze kostbaar in aanschaf en onderhoud zijn. Bovendien zijn deze monitors ingewikkeld in gebruik. Ziekenhuizen in lage-inkomenslanden hebben vaak niet de kennis noch de middelen om deze apparatuur goed in te zetten en te onderhouden.
Het project
Daarom is onder coördinatie van het Amsterdam Institute for Global Health and Development (AIGHD) het IMPALA-project opgezet. Het doel is om een slim monitoringssysteem voor kinderen te ontwikkelen dat goed werkt in ziekenhuizen met beperkte middelen. Dit systeem moet verpleegkundigen en artsen in staat stellen om kleine veranderingen in de gezondheid van een kind te herkennen en op tijd in te grijpen. Deze robuuste monitor is eenvoudig in gebruik en meet vitale waarden zoals de hartslag, ademhaling en zuurstofsaturatie. Dit gebeurt onder andere via een gebruiksvriendelijke en zeer gevoelige druksensor die onder het matras wordt geplaatst. De signalen van deze en andere sensoren worden verwerkt door algoritmen die veranderingen in vitale functies automatisch herkennen. Hierdoor kunnen kritieke aandoeningen eenvoudiger en eerder worden opgespoord en kunnen levensreddende handelingen worden verricht.
Een andere innovatieve oplossing die in de IMPALA-studie wordt getest en doorontwikkeld, is het lab-on-a-chip systeem van het Imperial College London, een accurate biomarker-test op basis van één druppel bloed. Daarmee kan een arts in enkele minuten zien of een patiënt een infectie heeft met een virus, een bacterie of een parasiet. In combinatie met het IMPALA monitoringssysteem kan deze biomarker de diagnose en behandeling in lage-inkomenslanden sterk versnellen en verbeteren.
Oorsprong van het project
Het idee voor het IMPALA-project is ontstaan uit de samenwerking tussen kinderarts-intensivist Job Calis (Amsterdam UMC), Bart Bierling (industrieel ontwerper) en Niek Versteegde (Tropenarts) van de sociale onderneming GOAL 3. Hun gecombineerde klinische en technische expertise leidde tot ontwikkeling van de IMPALA-monitor.
Hoofdonderzoeker Job Calis heeft zelf de noodzaak van zo’n systeem ervaren tijdens zijn werk op de kinder-IC in Malawi: “Het op tijd detecteren van kritieke omstandigheden is essentieel om kinderlevens te redden. Tijdens mijn werk in Malawi heb ik gezien dat kinderen onnodig overlijden doordat de huidige monitoringssystemen ontbreken of niet toepasbaar zijn.”
Om ervoor te zorgen dat het systeem goed aansluit bij de wensen, robuust is en onder alle omstandigheden blijft werken, ontwikkelt het Nederlandse technologiebedrijf GOAL 3 de IMPALA-monitor samen met onderzoekers van de Universiteit van Malawi.
Partners en samenwerking
Het hele project is een samenwerking tussen de Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit Amsterdam, het LUMC én onderzoekers in Malawi en Engeland. Het maakt deel uit van de officiële samenwerking die in 2020 is getekend tussen het Emma Kinderziekenhuis Amsterdam UMC en de Universiteit van Malawi.
Het Amsterdam Institute of Global Health and Development (AIGHD) kijkt samen met de consortium-partners welke impact de IMPALA-monitor heeft op sociaal, gedragsmatig en economisch vlak. De monitors worden getest in twee klinische centra in Malawi: Blantyre (Kamuzu University of Health Sciences – College of Medicine) en Zomba (Training Research Unit of Excellence).
Andere partners in het project zijn het College of Medicine, the Polytechnic en Training and Research Unit of Excellence uit Malawi en GOAL 3, die nauw samenwerken met de Wereldgezondheidsorganisatie. Tenslotte zijn het Engelse Imperial College of London en het Nederlandse National eHealth Living Lab (LUMC) betrokken bij het project.
Bron: AMC
Datum: 27 mei 2021